De termen bibliometrie en scientometrie werden bijna tegelijkertijd geïntroduceerd door Pritchard en door Nalimov & Mulchenko in 1969. Pritchard beschreef bibliometrie als de ‘toepassing van mathematische en statistische methoden op boeken en andere communicatiemedia’ (Pritchard, 1969), terwijl Nalimov en Mulchenko scientometrie definieerden als ‘de toepassing van kwantitatieve methoden op de analyse van de wetenschap beschouwd als informatieproces’ (Nalimov en Mulchenko, 1969). Volgens deze interpretaties is scientometrie beperkt tot het meten van wetenschappelijke communicatie, terwijl bibliometrie is bedoeld als onderzoek van meer algemene informatieprocessen.

De enigszins onduidelijke grenzen tussen deze twee topics zijn gedurende de laatste drie decennia zo goed als verdwenen en vandaag worden de termen grotendeels als synoniemen gebruikt. Bovendien werd de term ‘Informetrie’ geïntroduceerd door Otto Nacke (1979) die een nieuwe discipline wilde afbakenen van de scientometrie en later overgenomen door Gorkova (1988), waarbij de informetrie staat voor een meer algemeen deelgebied van informatiewetenschap die de mathematisch-statistische analyse van communicatieprocessen in wetenschap onderzoekt. In tegenstelling tot de oorspronkelijke definitie van bibliometrie, houdt zich informetrie ook met elektronische media bezig en zodoende ook met de statistische analyse van de (wetenschappelijke) tekst- en hypertekst- corpora, uitleningen in bibliotheken , informatiemaatstaven in elektronische bibliotheken, modellen voor de Informatieproductieprocessen en kwantitatieve aspecten van Information Retrieval. In zijn artikel getiteld ‘Biblio-, sciento, infor-metrics??? What are we talking about?’, gaf Brookes (1990) een interessant overzicht van de oorsprong en de context van deze kwantitatieve disciplines en de bestaande literatuur ervan.

Gloria Carrizo-Sainero (2000) interpreteert bibliometrie als het ensemble van methodologische kennis in de dienst van toepassingen van kwantitatieve methoden om processen van productie, communicatie en gebruik van wetenschappelijke informatie te evalueren. De bedoeling is bijdragen te leveren voor de analyse en evaluatie van wetenschap en onderzoek. Dit geeft een duidelijke oriëntatie in de richting van onderzoeksevaluatie die de belangrijkste toepassing van de bibliometrie is geworden.

Uit het bovenstaande blijkt dat de hoofdtaak van bibliometrie (scientometrie) door de volgende stelling kan worden samengevat. Bibliometrie kan worden gebruikt om tools te leveren voor de evaluatie van onderzoeksprestatie, maar is niet bedoeld om de resultaten zelf van onderzoek te evalueren. Bovendien tracht bibliometrie niet de kwalitatieve evaluatie, zoals peer review en expertenopinies, door kwantitatieve methoden te vervangen. Kwalitatieve en kwantitatieve methoden in wetenschapsstudies moeten elkaar blijven aanvullen.

Terug